Wormen
• Wormen
Het gaat daarbij om rondwormen, lintwormen, longwormen en leverbot. Longwormen komen in Nederland vrijwel niet voor. Leverbot alleen in bepaalde gebieden (wordt jaarlijks opgegeven door de GD). De rondwormen worden ook wel maag-darmwormen genoemd. De belangrijkste zijn: Nematodirus, Haemonchus (lebmaagworm), Teladorsagia en Trichostrongylus. Elk van hen geeft weer andere verschijnselen.
Geiten, maar ook schapen, hebben in hun darmkanaal parasieten bij zich: de maagdarmwormen. Deze leggen in de darm eitjes, die weer met de mest op het land terechtkomen. Hier ontwikkelen zich de larven, welke in het gras omhoog klimmen naar de top van de grasspriet, wachtend op een grazend dier. Zo is de cyclus rond. Dus: het probleem zit niet alleen in het dier, maar ook in de wei.
Een dier met ernstige wormbesmetting wordt ziek en kan er zelfs dood aan gaan. De belangrijkste verschijnselen zijn vermagering, groeivertraging en diarree. Bij Nematodirus is de diarree waterdun en de dieren hebben enorme dorst. Bij Teladorsagia is de diarree juist zeer matig en staat de vermagering op de voorgrond. Bij Haemonchus treedt geen diarree op, maar vooral bloedarmoede.
De bestrijding van maagdarmwormen kan op twee manieren: via het dier en via de wei. Het beste is de combinatie van beide.
Via het dier door antiwormmiddelen te geven.
Via de wei door de “wormdruk” te verminderen. Geef uw dieren, vooral na “ontwurmen”, een schone wei. Een schone wei is een weide die opnieuw ingezaaid is of die een jaar niet gebruikt is. Maar het kan ook anders: door ponies of paarden deze kaal te laten grazen (ponies zijn immuun voor schapen- en geitenwormen en schapen en geiten zijn immuun voor ponywormen), of door zelf de wei te maaien (vooral de toppen van het gras) en het maaisel op te vangen en af te voeren.
De ontwormingsmiddelen kunnen verdeeld worden in 3 groepen (zie tabel). Er is echter veel resistentie opgetreden en de juiste keuze van het middel is belangrijk. Helpt een middel onvoldoende, dan moet u een middel nemen uit een andere groep of laat uw veearts een mestonderzoek doen. Wees zorgvuldig met de dosering. Deze gaat per gewicht van het dier. Onderdosering werkt resistentie in de hand. Te frequent ontwormen ook.
Ontworm in ieder geval alle volwassen dieren voordat ze met de lammeren naar buiten gaan. Behandel dan de lammeren ook, tenzij er Nematodirus aanwezig is, dan de lammeren pas ontwormen als ze twee weken in de wei gestaan hebben.
Van Lintwormen wordt wel gezegd dat ze weinig problemen geven en de groeivertraging zou worden overschat. U kunt lintwormen doorgaans makkelijk herkennen doordat er witte sliertjes bij de mest in de wei liggen – soms hangt er een deel uit de anus van het dier. Ontworm met een middel dat werkzaam is oplintwormen.