Voeding
Geiten zijn geen graseters, maar bladeters. Ze lusten gras wel, maar eten liever allerlei kruiden, bladeren en twijgen van struiken en bomen.
Ze hebben in ieder geval hooi nodig, ook in de zomer. Maar met hooi zijn ze kieskeurig, eten vaak alleen de lekkere delen ervan op.
Dus “morsen” ze veel. Zorg dus voor goed, voedzaam hooi.
Daarnaast hebben ze bijvoeding nodig, vooral met koper, zink, foliumzuur, pyridoxine en zwavelbevattende aminozuren (methionine).
Met bijvoeding zijn geiten gezonder, meer bestand tegen ziekten.
Lammeren groeien beter en de vacht ziet er beter uit. Angorageiten, gevoed met een mengsel van maïs, melasse en vismeel doen het beter dan geiten die alleen gras eten. U kunt ze ook luzernehooi voeren.
In ieder geval hebben ze brok nodig, want daar zitten de nodige mineralen e.d. in. Geef ze 2x per dag brok, per geit 2×200 gram geitenbrok, of goedkoper, A-brok (standaardvoer voor rundvee).
Bokken hebben speciale bokkenbrokken nodig i.v.m. urinegruis. Ze kunnen erg veel problemen met urineren krijgen als ze gewone geitenbrokken eten.
Geef ze geen schapenbrok, want dan ontstaat op den duur kopergebrek.