Accommodatie

In feite heeft de Angorageit slechts een simpele stal nodig en een weitje om te grazen. Ze kunnen echter niet het hele jaar buiten zijn.
Droge vorst en een beetje sneeuw is niet erg, maar van regen houden ze niet en worden er vaak ziek van.
De hoeven worden er te week door en worden kwetsbaar. En als het ’s zomers erg warm is hebben ze schaduw nodig.
Schaduw kan komen van een boom welke in of naast de wei staat, maar ook door bijv. het stalletje in de wei zo te maken dat er tegenaan ook nog afdak is. Ook na het scheren en tijdens en na het aflammeren hebben ze een week of 3 à 4 een tochtvrije stal nodig.Het meest ideaal is, als u een weitje voor ze heeft, een afdakachtige constructie in de wei en een stalruimte met een droge vloer.

De wei:

Angorageiten zijn geen echte graseters (maar bladeters), ze eten wel gras, maar liever wat anders.
U kunt er drie houden in een weitje van 100 m3, maar beter is te rekenen 50 tot 100 m3 per dier.
Angorageiten zijn niet zo springerig; een omheining van 100 cm hoogte is voldoende.
Zelfs 80 cm hoog gaat heel goed indien er een schrikdraad boven hangt.
Wel doet u er verstandig aan om de wei niet af te zetten met gewoon schapengaas, maar met gaas met mazen van hooguit 5×10 cm.
Dat wat groeit buiten de wei is altijd lekkerder, ze steken dan ook, als het gaat, hun kop door het gaas en kunnen vast blijven zitten met hun horens.,BR. Zet de palen niet te ver uit elkaar, bijvoorbeeld om de 1.50 m en koop de sterkste kwaliteit gaas, dan blijft het er lang mooi uitzien. Gebruik nooit prikkeldraad!

Ook kunt u het weitje afzetten met alleen enige draden schrikdraad, maar let er wel op dat de onderste draad geen sluiting maakt met het gaas.
Geiten hebben wel de neiging om tussen de draden door gras te eten wat buiten de heining staat en daarbij kunnen ze met hun horens vast komen te zitten in het draad.
Groeien er brandnetels in de wei, bespuit deze dan niet maar maai ze af; als ze gemaaid zijn vinden geiten ze heerlijk!
Stammen van de bomen goed beschermen als er geiten tussen lopen.

Zorg ervoor, dat de geiten niet bij giftige planten en struiken kunnen komen. Giftig zijn o.a. rododendron, gouden regen, taxus en in mindere mate prunus (blad van kersenboom).
Let er op dat niet vlak langs de omheining een taxushaag staat.
Als u uw geiten wil laten lopen in de boomgaard (appels, peren, etc.) moet u bedenken dat schors en blaadjes eten het lekkerste is wat er bestaat, vooral in het voorjaar, als de sapstroom weer op gang komt. U zult de stam van uw bomen moeten inpakken tot een hoogte van tenminste 1.30 m.
Bovendien kunnen ze zich ongans eten aan gevallen appels en pruimen, met als gevolg dat de pens van streek raakt, of zelfs een darmafsluiting optreedt en het dier dood gaat.
Bladeren van pruimenbomen zijn giftig!!

En dan nog dit: als u uw geiten steeds in hetzelfde weitje laat lopen wordt de wormbesmetting van de wei steeds hoger.
Er zijn hiervoor twee oplossingen: u laat de wei eenmaal per jaar compleet kaal afeten door ponies of paarden (van uzelf of de buren), of u maait de wei waarbij u het gemaaide gras opvangt en weggooit.
De larven van de wormen zitten namelijk aan de top van het gras en moeten verwijderd worden.

Het stalletje in de wei:

Reken per geit op 1,5 m? oppervlak. Maak het aan drie kanten dicht tot plm. 1.20m, de opening op het zuidoosten is het beste.
Zorg voor een afdak door de dakplaten over te laten steken.
Indien u meer dan 3 geiten heeft is het verstandig om een hekwerkconstructie in het stalletje te maken zodanig, dat de ruimte in de stal U-vormig is- dus als het ware 2 uitgangen heeft.
Dan heeft doorgaans iedere geit een plaatsje in de stal en loopt u niet het risico dat de leider van de kudde midden in de ingang gaat staat en de andere geiten er niet in laat.
Leg betontegels in het stalletje, dan is deze gemakkelijk schoon te maken.
Leg een liksteen in het stalletje

Wat moet er verder in de wei?

Geiten hebben water nodig, dus een emmer (stevig neergezet in een oude autoband) is reeds voldoende.

Ververs de emmer elke dag, geiten kunnen er in poepen en ooievaars spoelen hun gevangen kikkers erin schoon. Aangezien geiten geen echte graseters zijn is het verstandig om permanent een ruifje met afdak in de wei te hebben waar u dagelijks een plak hooi in legt.Ook moet u de mogelijkheid hebben om in de wei geitenbrok(of A-brok) bij te voeren. Een voergoot kunt u hiervoor gebruiken, bijv. een door-gezaagde grote Pvc-buis. Maar erg goed werkt om gegalvaniseerde bakken (PVC bakken zijn snel kapot getrapt) in de wei te hebben liggen.
Zorg ervoor dat u altijd een bak meer hebt dan er geiten zijn. Geiten doen namelijk ‘bakje verwisselen’, de volgorde in de kudde speelt daar een rol bij.

De echte stal:

Dient u zeker over te beschikken als u ook fokt, maar na het scheren is het ook beter om de dieren hier enige tijd te laten verblijven.
Muren van 1.20 m hoog (tochtvrij!) en een vloer van beton. Strooi op het beton zaagsel en daarboven op een laagje stro en/of hooi.
Zaagsel neemt veel vocht op, dus is plezierig te gebruiken. Probeer zaagsel te krijgen van nertsfokkers, deze gebruiken het zaagsel bij de slacht in het najaar om de binnenzijde van de pels schoon te wrijven. Het is zeer fijn zaagsel, dus neemt erg veel vocht op (afkomstig van Duitse beuken). De laag stro/hooi boven op het zaagsel is nodig, want anders krijgen de geiten als ze gaan liggen het zaagsel in hun ogen. Twee tot drie maal per jaar moet u de mest uit de stal afvoeren.
Het spreekt voor zich dat er een emmer water moet staan (hangen) in de stal, een ruif met hooi (opgehangen, 30 cm van de vloer) en een liksteen. De voerbakken uit de wei kunt u ook in de stal gebruiken.

Voor het aflammeren krijgt elke geit een apart hok van tenminste 2 vierkante meter, gemaakt met schotten (betonplex) of met hekken (liefst met verticale spijlen). Zorg voor een warmtelamp voor de lammeren.
De lamp zorgt voor wat extra warmte als de lammeren pas geboren zijn.